Een fascinerende samenwerking
Dit artikel verscheen eerder in Gardeners' World magazine NL in april 2020. Lees het hieronder of download hier
het originele artikel. Scroll naar beneden om de video te kijken waarin ik mijn mierenplant open zaag.
Mijn dank gaat uit naar botanicus Rogier van Vugt
die me kennis liet maken met mierenplanten en ervoor zorgde dat er geen botanische fouten in dit stuk staan :-)
Ze vielen me direct op toen ik door de kassen van de Hortus botanicus in Leiden liep: grote, bovengrondse knollen, sommige bedekt met stekels. Takken met felrode of oranje besjes staken eruit. Mijn zwak voor merkwaardige planten speelde op. Botanicus
Rogier van Vugt
legde me uit waar ik naar keek: mierenplanten.
Een bij die je bloem bestuift, de clownvis Nemo in zijn anemoon en de poetsvisjes rondom haaien: mooie voorbeelden van hoe een samenwerking leidt tot wederzijds voordeel. In de biologie heet dit mutualisme: een symbiose waarbij beiden partijen voordeel halen uit de samenwerking. En dit is precies het geval bij mierenplanten.
Wat doet de plant?
-
Titel dia
Mierenvaren Lecanopteris deparioides
Knop
“Mierenplanten” zijn niet één bepaalde soort planten: er zijn mierenvarens, mierenpalmen, mierenorchideeën, mierenbomen… noem maar op. Wat ze gemeen hebben is dat ze mieren een beschut nestje bieden. Soms is dat een holle tak of holle stam, maar sommige soorten maken speciaal een hele dikke bovengrondse knol met een prachtig gangenstelsel: een kant en klaar mierennest. Mieren zijn misschien harde werkers, zo’n prefab huisje slaan ze niet zomaar af!
-
Knol van mijn mierenplant open gezaagd: je ziet de bruine gangen.
Knop
Logies ontbijt
Maar de plant biedt nog meer: naast logies zijn maaltijden inbegrepen in deze deal. De plant scheidt nectar uit, niet alleen bij de bloemen, maar ook op andere plekken. Dat gaat via de zogenaamde ‘extraflorale nectarklieren’. Niet alleen mierenplanten doen dit: meer dan 4.000 soorten planten hebben dit soort klieren. Misschien heb je het zelf wel eens gezien op een kamerplant in huis, of zelfs op een passiebloem: dikke doorzichtige druppels op een blad. Ze zijn plakkerig en smaken zoet - jazeker, je kunt het gewoon proberen! Deze druppels bestaan vooral uit suikers en vaak ook wat vetten en enzymen. Het was lang een discussiepunt onder biologen: waarom doen planten dit? De nectar die ze via die klieren uitscheiden heeft immers niks te maken met bestuiving. Sommigen dachten dat de plant overtollige stoffen op deze manier kon afscheiden, anderen zagen meer in de theorie van bescherming: het lekkers trekt gunstige beestjes zoals mieren aan die op hun beurt herbivoren op een afstand houden. Het lijkt er op dat deze laatste theorie aan terrein wint. De mieren in mierenplanten smullen in ieder geval dankbaar van de nectar.
Tegenprestatie
Voor niets gaat de zon op. Wat haalt de plant uit deze symbiose? Het belangrijkste is bescherming: mieren beschermen hun nest en daarmee de plant. Immers, als de plant dood gaat is hun onderkomen verdwenen. Beestjes die de plant schade kunnen berokkenen worden dus vakkundig verjaagd of opgegeten door de ijverige huurders. En dit kan ver gaan: als jij als nietsvermoedend zoogdier per ongeluk tegen de stierenhoornacacia (Acacia corginera) aanloopt, kun je een horde extreem agressieve mieren achter je aankrijgen. Reken maar dat je die boom in het vervolg met rust laat.
Mierenplanten met zo’n mooi gangenstelsel in hun knol profiteren vaak extra: mieren dumpen hun afval in speciale gangen van de knol. Dit afval bevat voor de plant nog veel waardevolle voedingsstoffen. Door een iets andere structuur van deze ‘stortplaatsen’ kan de plant deze voedingsstoffen opnemen.
Kweken vanuit zaad
-
Mierenplantzaailing in een flessendop
Knop
-
Titel dia
Zaadje uit de best gehaald.
Knop
-
Titel dia
Besjes van de Myrmephytum beccarii
Knop
-
Ontkiemende mierenplanten
Knop
Terug naar de Hortus in Leiden: die felrode en oranje besjes: dat betekent zaad! Ik mocht wat besjes plukken van verschillende mierenplanten: Hydnophytum simplex, Hydnophytum formicarum en Myrmephytum beccarii. Het zaaien bleek heel makkelijk: al snel ontkiemden ze en aan de zaailingen zie je al dat het een mierenplantje gaat worden: het stammetje is al meteen dik. Ondertussen heb ik ook een volwassen mierenplant gekocht voor in de woonkamer, want voordat mijn zaailingen een flinke knol hebben zijn we jaren verder!
In de huiskamer??
Je zult wel gek zijn om zo’n plantje in huis te halen. Wie wil nou een mierennest in zijn huiskamer? Wees gerust, de mierenplantjes die je hier in de winkel koopt bevatten geen mieren. Zoals meestal, zijn de condities waarin een kamerplant leeft heel anders dan die waarin zijn wilde broertjes en zusjes leven. Mijn mierenplant thuis zit in aarde, krijgt dus voldoende voeding binnen en ik probeer het plantje zoveel mogelijk te beschermen van planteneters. Bladluis of trips zouden misschien geïnteresseerd kunnen zijn, maar vooralsnog blijkt mijn mierenplant zijn mannetje (of miertje?) te staan!
Video over hoe ik mijn mierenplant doorsneed
Lees hier
mijn andere artikelen voor Gardeners' World magazine.